Niederländisch: pluralbildung der substantive üben

Bilde Sätze im Plural : Zet zoveel mogelijk in het meervoud

Du findest die Lösungen unter der Übung

Beispiel: De leerling begrijpt het voorbeeld > De leerlingen begrijpen de voorbeelden.


1 Ik eet een appel. > Wij …

2 Zij schrijft een lange brief. > Zij (meervoud)…

3 Lees jij het verhaal? > (jullie) …

4 Het kind krijgt een ijsje. > De …

5 De tafel staat in het lokaal. > De …

6 In het dorp staat een mooi huis. > In de …

7 De koe staat in de wei. > De …

8 De dag duurt lang. > De …

9 De pen ligt op de tafel. > De …

10 De leraar legt de oefening uit. > De …

11 De auto rijdt te hard. > De …

12 De poster hangt aan de muur. > De …

Antwoorden / Lösungen:
1 Wij eten appels.
2 Zij schrijven lange brieven.
3 Lezen jullie de verhalen?
4 De kinderen krijgen een ijsje.
5 De tafels staan in de lokalen.
6 In de dorpen staan mooie huizen.
7 De koeien staan in de weien.
8 De dagen duren lang.
9 De pennen liggen op tafel.
10 De leraren leggen de oefeningen uit.
11 De auto's rijden te hard.
12 De posters hangen aan de muren.